Dirigent

Onze dirigent, onze conducteur, onze chef… Peter le Feber.

Foto door Lotus Baedi

Peter le Feber (1956), geboren en getogen Hagenaar, is al sinds de oprichting van Pedlev in 2005 de vaste dirigent van het dubbel blaaskwintet. Hij kent de leden van het ensemble en het DNA van de groep door en door en is de spil van de club.

Peter is van huis uit hoboïst en pianist. Hij studeerde voor beide instrumenten aan de conservatoria van Den Haag en Rotterdam. Zijn pianodocenten waren Ton Hartsuiker en Michael Davidson en zijn hobodocenten Simon Houttuin en Maarten Karres. Na zijn afstuderen studeerde Peter ook nog bij de solohoboïst van het Concertgebouworkest, Jan Spronk.

Als hoboïst was Peter gedurende vijftien jaar lid van Haags Blazers Ensemble Oktopus.

Peter treedt tegenwoordig hoofdzakelijk op in kamermuziekverband en op hobo als solist bij de diverse koren. Als pianist is hij vooral werkzaam als begeleider in diverse stijlen: zowel als klassiek pianist voor instrumentalisten en vocalisten, als binnen de ‘lichtere’ genres.

Peter was als hobo- en pianodocent 30 jaar lang verbonden aan het Haagse Koorenhuis en sinds 2013 aan de Muziekacademie Den Haag. Laatstgenoemde muziekacademie richtte hij samen met 45 (oud-)collega’s op.

Naast al zijn activiteiten binnen het ‘klassieke’ circuit, heeft Peter al van jongs af aan een grote liefde voor de kleinkunst. Als 16-jarige begon Peter met het schrijven en begeleiden van cabaretliedjes. In zijn studietijd speelde Peter veel salonmuziek met oude muzikanten die het vak nog kenden uit de glorietijd van salon- en amusementsmuziek. Zodoende leerde Peter zowel van symbolen als ‘reducerend’ van bladmuziek te spelen en deed hij veel ervaring op over de tradities en uitvoeringspraktijk van de amusementsmuziek.

Peter speelde ongeveer vijftien jaar in het Haegsch Salon Quartet, dat later overging in het Salonensemble Haagse Kringen.

Peters veelzijdige muzikale achtergrond komt ook naar voren in zijn rol als dirigent van Pedlev. Dat zorgt ervoor dat de werken die het ensemble speelt altijd nét dat extra stukje verdieping hebben – benaderd vanuit meerdere invalshoeken dan alleen de ‘klassieke’.